Hermen J. Jacobs (1887-1976)

Hermen Jacobs werd geboren te 's-Gravenhage op 1 april 1887. Hij werd onderwijzer aan de openbare school voor blo in de Teniersstraat en later aan de Hooftskade te Den Haag.
Vanaf 1933 was hij hoofd van de blo-school aan de Griftstraat. Het vak leerde hij van A. Broekhuysen en P.H. Schreuder, zij waren de pioniers van het eerste uur van het buitengewoon onderwijs.
In 1911 trouwde Hermen Jacobs met Johanna Elisabeth Willemina Brands.
Zij heeft zich van meet of aan geschaard achter de ideeën van haar man. Door haar toegewijde zorg voor haar gezin kon Hermen Jacobs het werk doen, waartoe hij zich vanuit zijn sociale bewogenheid geroepen voelde.
De school was voor hem geen eiland maar een leefgemeenschap. Van onderwijzers verwachtte hij dat zij zich in zouden zetten voor de leerlingen en hun milieu.
Volgens Jacobs is het de taak van iedere onderwijzer om tot herstel van het gewone leven te komen van kinderen en hun ouders. In feite gaf hij gestalte aan wat we nu een goed onderwijsvoorrangsbeleid zouden noemen.
Hermen Jacobs was vanaf 1935 secretaris-penningmeester van de Stichting voor Buitengewoon Onderwijs. Hij was een typische vertegenwoordiger van de tweede generatie pioniers.
Zij hebben in de periode 1915 tot 1950 het gezicht van het buitengewoon onderwijs in Nederland bepaald. Als persoon vertegenwoordigde Hermen Jacobs de typerende kenmerken van de onderwijzers uit die jaren.
Zelf was hij onderwijzer bij het buitengewoon onderwijs aan zwakzinnige kinderen. Door zijn inzet en beleid kan hij gezien worden als de primus inter pares van de onderwijzers in die tijd.
Terecht werd het in 1965 opgerichte Hermen J. Jacobsfonds naar hem genoemd.

Zelf leermiddelen ontwikkelen

Hermen Jacobs had gezien hoe Jan Ligthart , het hoofd van de lagere school in de Tullinghstraat in Den Haag zijn onderwijsprogramma afstemde op wat voor zijn leerlingen werkelijk belangrijk was.
Een praktische didactiek met het volle leven van alledag als leermiddel stond bij Ligthart centraal.
Dat sprak Hermen Jacobs met zijn sterke sociale bewogenheid en praktische zin bijzonder aan.
Je kon als leerkracht niet aan de zijlijn blijven staan, maar moest zelf je onderwijsmaterialen ontwikkelen.
De leermiddelen die hij ontwierp, wilde hij ook uitgeven.
Educatieve uitgeverijen waren echter niet geinteresseerd in zulke kleine oplagen en een beperkt afzetgebied.
Hermen Jacobs besloot daarom samen met zijn collega's Jaap van Praagh en Piet Linthorst tot de stichting van een leermiddelenfonds, de uitgeverij HAGA.
Ook in praktische zin was hij zijn tijd ver vooruit.

De betekenis van de uitgeverij HAGA

De uitgeverij HAGA heeft grote betekenis gehad voor de ontwikkeling van het buitengewoon onderwijs.
Het Tijdschrift voor Buitengewoon Onderwijs (nu: Tijdschrift voor Orthopedagogiek) werd er uitgegeven.
Hermen J. Jacobs was tientallen jaren eindredacteur. Talloze boeken op het terrein van de orthodidactiek zagen het licht.
Het start kapitaal voor de uitgeverij werd door de oprichter zelf bij elkaar gebracht.
Dat kenmerkte de ondernemingsgeest van de leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs in die jaren. Men wilde het buitengewoon onderwijs in de publieke belangstelling brengen.
De praktijkresultaten moesten wereldkundig gemaakt worden.
Zo ook in onze tijd wordt de juistheid van die visie keer op keer bevestigd.

Zorg voor geestelijk gehandicapten

De brede maatschappelijke orientatie van Hermen Jacobs vinden we ook terug in zijn werk voor de geestelijk gehandicapte kinderen.
Jarenlang was hij secretaris van de Centrale Vereniging voor Gezondheidskolonies voor Zwakzinnigen.
In 1903 had de Vereniging Zorg voor het Achterlijke Kind te Den Haag gepoogd leerlingen van bet buitengewoon onderwijs in bestaande vakantiekoloniehuizen onder te brengen.
Dit lukte niet, zwakzinnige kinderen hoorden daar niet thuis, aldus de publieke opinie.
Mede op initiatief van de Vereniging van Onderwijzers en Artsen bij het BLO (het voormalige O en A) werd te Utrecht in 1910 de Centrale Vereniging voor Gezondheidskolonies voor Zwakzinnigen opgericht.
Op de heide bij Ede verrees een klein vakantiehuis. Onderwijzers uit Rotterdam, Den Haag en Amsterdam brachten er regelmatig met hun klas en gezin de zomervakantie door.
In de meeste gevallen verzorgden de echtgenotes dan de maaltijden.
Al snel werd de behuizing te klein en werd het complex met twee gebouwen uitgebreid. De vakantiekolonie voldeed daarmee aan de meest moderne eisen van die tijd.
Hermen Jacobs heeft zich bijzonder ingespannen om vanuit zijn Haagse vereniging dit werk verder uit te bouwen.